Hartslagzones en energiesystemen: van wetenschap naar toepassing

Inhoud:
Hartslagzones worden veel gebruikt om trainingen gericht te sturen. Maar er zijn veel verschillende modellen die gebruikt worden. Ga je voor een 3-zone model of misschien wel voor 6 zones? Wat zijn de verschillen en wat zijn de voor- en nadelen van de modellen? En wellicht belangrijker nog, hoe combineer je deze hartslagzones vervolgens met goede trainingen? 

De dag zal beginnen met een introductie over energiesystemen, daarna zal uitgelegd worden welke thresholds en drempels er zijn en wat deze fysiologische ijkpunten betekenen. Hierbij wordt ook de link gelegd met wat er in de spier gebeurd (spierfysiologie). 

Als fysio of sportprofessional komt het uiteraard voor dat je een trainingsschema moeten maken voor een sporter. Daarom zal in het vervolg van de dag ingegaan worden op hoe hartslagzones bepaald kunnen worden. Uiteraard is een test met ademgasanalyse hierbij de gouden standaard, maar welke meer praktische methoden zijn er daarnaast? De belangrijkste methode die daarbij besproken zal worden, is de lactaatcurve. Ook zal ingegaan worden op non-invasieve methoden (en de voor- en nadelen daarvan). 

Als laatste zal ingegaan worden op welke trainingen horen bij welke hartslagzone. Met andere woorden het koppelen van de fysiologische prikkel behorende bij een hartslagzone aan een trainingsdoel. Wat is nou de waarde van ‘zone 2’ training en waarom moet je HIIT ook niet vergeten. 

De dag zal afgesloten worden met een blok waarbij eigen casussen besproken worden. Vervolgens zal er tijd zijn voor resterende vragen en wordt de dag afgesloten. Alles zal besproken worden met als doel om dit ook zelf in de praktijk toe te kunnen passen. 

Doelstellingen:
Na het deelnemen aan de scholing: 

• Heb je kennis en achtergrond verworven over energiesystemen en spierfysiologie. 
• Heb je kennis en achtergrond verworven over de fysiologische achtergrond van thresholds en hartslagzones. 
• Weet je welke gangbare modellen voor hartslagzones er zijn en wat de verschillen zijn. 
• Weet je welke praktische manieren er zijn om hartslagzones te bepalen. En weet je ook de voor- en nadelen van deze manieren. 
• Ken je de achtergrond van een lactaatcurve en kun je deze interpreteren. 
• Ben je beter in staat om hartslagzones te koppelen aan trainingen. 
• Begrijp je inspanningsfysiologische vraagstellingen beter en heb je handvaten gekregen om een sporter beter te begeleiden richting zijn doelen.

Doelgroep:
Fysiotherapeuten, personal coaches, S&C coaches die op zoek zijn naar toepasbare tips en verdieping rondom inspanningsfysiologie.
Er is géén instapniveau vereist.